Op het eiland Schiermonnikoog spoelen regelmatig stukjes barnsteen aan. Barnsteen is een bijna versteende hars van ±30 miljoen jaar oud. In oude schildersgeschriften wordt het vermoeden besproken van het koud oplossen van barnsteen in terpentijnessence. Van Eyck zou hier als eerste mee geschilderd hebben. Ook zou dat het geheim van het beroemde vioolvernis van Stradivarius kunnen zijn. Deze vermeende kennis lijkt verloren te zijn gegaan maar is volgens de hedendaagse scheikundige kennis ook onmogelijk te realiseren.
Tussen enige stukjes barnsteen vond Allard twee grote, op kadetjes lijkende barnsteen. Bij nader onderzoek bleek dit, enige honderden jaren oude, damarhars te zijn. Uit literatuur bleek in de 17e eeuw voor de gronden van Schiermonnikoog een schip te zijn vergaan. Dat schip vervoerde een deklast met “broodjes” damar. Heel af toe spoelt er op Schiermonnikoog nog een stuk aan. Deze damar blijkt wél in terpentijn op te kunnen lossen en werd door klassieke schilders gebruikt in hun emulsies.
Sinds enige jaren verwerkt Allard deze damar in zijn glacis, waardoor niet alleen zijn schilderijen een unieke uitstraling hebben, maar ook de verf een historisch verhaal in zich draagt. In zijn atelier bevindt zich een stuk spant van een, uit die tijd, vergaan schip, mogelijk van hetzelfde wrak.