Glacis

glacisAllard Elout schildert vanuit de klassieke harsolie-glacis techniek op Belgisch linnen van middenstructuur.

Na de eerste voorstudies op papier wordt het definitieve ontwerp met een houtskoolstift op het schildersdoek getekend. Dan wordt een eerste onderlaag geschilderd. In grijstinten ontstaat een eerste indruk van vorm en licht.
Deze eerste verflaag is zeer mager, d.w.z. dat aan de verf alleen gom terpentijn wordt toegevoegd. Iedere volgende verflaag bevat minder terpentijn, meer lijnolie en uiteindelijk ook harsen. Dit heet “vet op mager” schilderen.

De kleuren op zijn schilderijen ontstaan niet door een rechtstreeks additief kleurgebruik (geel en blauw is groen), maar door het doorschijnend effect (geel door blauw lijkt groen). Dat wordt subtractieve kleurmenging genoemd. Als voorbeeld: eerst wordt geel aangebracht. De daaropvolgende transparante verflaag is blauw. Het licht schijnt door de blauwe laag op het geel, keert weer terug door het blauw en verschijnt als turquoise op het oog van de kijker.

Doordat er in Allard’s schilderijen sprake is van spectrale kleurovergangen en contrasten is de uiteindelijke werkwijze natuurlijk gecompliceerder dan hier weergegeven.

Damar opgelost in terpentijn essence, Venetiaanse hars en zongebleekte ingedikte lijnolie worden in de laatste lagen aan de verf toegevoegd. Dit heet glacis. Deze lagen worden uiterst dun aangebracht, waardoor het schilderij glasachtig oplicht en verder wordt versterkt.